Beginsel vlag
1.1. Algemeen
Grondslag: Verdrag volle zee, art. 5 UNO Zeerechtverdrag 1982, art. 94
De vlagstaat bepaalt de regels rond het toezicht in administratieve, technische en sociale aangelegenheden aan boord van de schepen die haar vlag voeren. Dit betekent dat de sociale zekerheid van werknemers tewerkgesteld aan boord van zeeschepen bepaald wordt door de wetgeving van de vlagstaat.
1.2. Schepen onder de vlag van een EU-lidstaat
Grondslag: EG Verordening 883/04, art. 11.4
Al dan niet in loondienst verrichte werkzaamheden die normaal plaatsvinden aan boord van een zeeschip dat onder de vlag van een lidstaat vaart, worden beschouwd als werkzaamheden die worden verricht in die lidstaat.
1.3. Schepen onder Belgische vlag
Grondslag: B.W. 07/02/1945, art. 2
Onverminderd wat bepaald is in internationale overeenkomsten en verordeningen, zijn reders ter koopvaardij en de zeevarenden die zij tewerkstellen aan boord van een zeeschip dat vaart onder de Belgische vlag onderworpen aan het Belgische socialezekerheidsstelsel van de zeevarenden ter koopvaardij.
Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder:
- zeevarenden: werknemers die door een arbeidsovereenkomst verbonden zijn met een reder ter koopvaardij om arbeid te verrichten aan boord van zeeschepen;
- reder ter koopvaardij: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die, onder Belgische vlag en met winstoogmerk, een zeeschip bestemd voor het vervoer van personen of zaken uitrust, onafgezien van de rechtstitel die hij op dit laatste bezit, evenals elke vennootschap bedoeld in artikel 2quater.
- zeeschip: elk schip gebruikt of geschikt of bestemd om te worden gebruikt op zee.
Kunnen uitgesloten worden van het toepassingsgebied van de besluitwet van 7 februari 1945:
Grondslag: K.B. 15/05/2003
- de zeevarenden die hun woon- of verblijfplaats niet in een Europese lidstaat hebben;
- de zeevarenden die hun woon- of verblijfplaats in een land hebben waarmee België geen socialezekerheidsverdrag heeft afgesloten.
Deze uitsluiting is echter afhankelijk van het vervullen van de volgende voorwaarden:
- de zeevarenden zijn voor de sociale risico’s verzekerd in hun land van herkomst, of
- de reder heeft voor bedoelde zeevarenden een verzekeringsovereenkomst gesloten die voldoet aan de standaarden omschreven in de conventies nummer 55 en 56 van de Internationale Arbeidsorganisatie.
1.4. Schepen onder Luxemburgse vlag
Grondslag: Belgisch-Luxemburgs akkoord 25/03/1991
Het Belgisch-Luxemburgse Akkoord van 25 maart 1991 bepaalt dat de zeevarenden die ingeschreven zijn in de Belgische Pool van de zeevarenden ter koopvaardij hun rechten in het Belgische socialezekerheidsstelsel behouden – in afwijking op het beginsel van de vlag – als zij tewerkgesteld worden aan boord van een schip dat vaart onder Luxemburgse vlag.
1.5. Ex-RMT-schepen
Grondslag: B.W. 07/02/1945, art. 2 quater
Ook de varende werknemers die na 1 januari 1997 tewerkgesteld zijn aan boord van een onder Luxemburgse vlag varend zeeschip dat uitgerust is door een vennootschap die bedrijvig is in het maritiem transport van en naar een lidstaat van de Europese Unie (ex-RMT) zijn wat betreft de bijdrageregeling onderworpen aan de Belgische sociale zekerheid (BW 07/02/1945, art. 2quater).